Logo Vereniging Respondeo Respondeo etsi mutabor – Ik antwoord, ook al word ik daardoor veranderd Menu

Otto Kroesen: Wat beweegt de Oekraïners?

Heldenmoed

Vanaf de invasie van het Russische leger in Oekraïne 2022 heb ik versteld gestaan van de overtuiging, moed en inzet van de Oekraïners om zich te ontworstelen aan de greep van Rusland. Zelensky zette de toon toen hij het aanbod vanuit Amerika om weg te vluchten uit Oekraïne en asiel aan te vragen in de Verenigde Staten, afsloeg en besloot om te blijven. Maar hij gaf daarmee kennelijk stem aan heel de natie, want grote aantallen mensen uit alle lagen van de bevolking hebben zich ingezet om op alle manieren Rusland terug te drijven. Door burgermoed is het Russische leger in Bucha een maand lang tegengehouden, op zo’n 25 km van Kyjiv, ongeveer zo ver als het bereik van de kanonnen. Waar komt die moed vandaan?

Otto Kroesen

Die vraag is nog meer van belang omdat soms in het publieke debat betwijfeld wordt of er wel een Oekraïens volk bestaat. Het is kennelijk niet alleen Poetin die er zo over denkt. Hij zei dat destijds al tegen president Bush toen die in Rusland op bezoek was in 1990. Vervolgens reisde Bush vanuit Rusland via Oekraïne terug en riep het Oekraïens parlement op toch vooral binnen de Russische Federatie te blijven 1. Veelal wordt over de hoofden van de Oekraïners heen gesproken over het conflict tussen Rusland en het Westen. Ik heb mij daar zelf in mijn vorige bijdrage voor deze rondzendbrief ook aan schuldig gemaakt en probeer dat nu goed te maken. Hebben de Oekraïners ook zelf een stem? Bestaat er zoiets als een volk, Oekraïners? Daarin is niet de taal beslissend. Veel mensen spreken het Russisch en Oekraïens allebei, en het Russisch was altijd de officiële taal en de taal voor officiële gelegenheden en daarmee ook de taal van de stad. De boeren spraken Oekraïens. Ook etniciteit is niet beslissend, want etniciteit is een fluïde begrip, erg afhankelijk van hoe men zichzelf ziet. Maar wat is dan wel beslissend? Het eigenlijke antwoord daarop is – geheel in de geest van Rosenstock-Huessy – wat de mensen beweegt. De Geest bouwt het lichaam. Voor Rosenstock-Huessy is volk niet een etnische term. Volk, dat zijn mensen in een nog ongevormde toestand, zoals het Griekse “laos”, waarvan het woord “leek” dan ook afkomstig is. “People” zeggen de Engelsen, wat weer afgeleid is van “populus”, en dat betekent hetzelfde. Pas als mensen gegrepen worden door een gemeenschappelijke geest, als zij staan onder een gemeenschappelijke imperatief, worden zij een volk. Dat brengt ook de titel tot uitdrukking van het boek over de geschiedenis van Oekraïne van de hand van Yaroslav Hrytsak “Forging a nation”: de hitte van de strijd voor een nieuw bestaan, dat is wat een volk tot nationale eenheid smeedt 2.

Vergelijking met de wording van Nederland

In dit opzicht is er een parallel tussen de wording van het Nederlandse volk en het volk van Oekraïne. Op de basisschool moest ik nog leren dat er 100 v.Chr. Friezen, Franken en Saksen waren “in ons land”. Ziehier hoe de mythe werkt! Terug geprojecteerd in het verleden was dit land al lang “ons land”. Toen de Hunnen er hun hunebedden hebben gebouwd deden ze dat ook in “ons land” – waarschijnlijk hadden de Hunnen dat zelf niet in de gaten. De werkelijkheid is dat ook toen de 80-jarige oorlog in 1568 in Nederland begon, het conflict met Spanje waaraan de natie haar bestaan dankt, niet iets als een nationaal besef bestond. Men was verspreid over verschillende regio’s, provincies, en die stonden als boerengemeenschappen en steden direct onder de keizer, nu ja een paar graven ertussen. Er was weinig onderling contact. Er was geen parlement, of ja, dat was er wel sinds Philips de Goede in 1464 voor het eerst alle 17 provincies van Nederland en Vlaanderen bij elkaar riep. Er was ook een verbond van Hanzesteden. Maar er was geen gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor verleden en toekomst van speciaal dat gebied dat nu Nederland is. Pas de Unie van Utrecht in 1579 heeft die teweeg gebracht: daar spraken de zeven noordelijke provincies af dat zij niet afzonderlijk vrede met Spanje zouden sluiten. Een dergelijke belofte is moeilijk te houden als de Spanjaarden voor de poorten van jouw stad staan en als je weinig solidariteit voelt met andere steden, omdat er nog niet een echte Nederlandse nationaliteit is. Maar, in de hitte van de strijd heeft die belofte het toch gehouden. En omdat de steden zich destijds zo gedragen hebben zijn de Nederlanden een nationale staat geworden. Dat ging tegelijkertijd nog met veel wantrouwen gepaard, want de stad Amsterdam was in haar eentje even rijk en sterk als heel de rest van Nederland. Daarom moesten er ook vele compromissen gesloten worden. Een van die compromissen is dat Amsterdam weliswaar de hoofdstad mocht zijn, maar dat de regering zetelt in Den Haag. Ik geloof dat Nederland met deze regeling het enige land ter wereld is. Ook hier heeft de Geest het lichaam gebouwd.

Er is nog een parallel in de Nederlandse geschiedenis met datgene wat de Oekraïners hebben doorgemaakt. Volgens de Oekraïense historicus Plokhy zijn in Oost-Europa de Oekraïners het enige volk dat het niet gebracht heeft tot een eigen staat 3. Pas vanaf 1990 is dat definitief (laten we hopen) gelukt. Voor die tijd hebben de Oekraïense boeren op allerlei manieren geprobeerd te overleven, door zich te handhaven onder het bestuur van de edelen/grootgrondbezitters van het Pools-Litouwse gemenebest, of onder het Habsburgse rijk, en later hebben de kozakken een staat gevormd. Veel boeren die onder het Pools-Litouwse regiment uit wilden komen zochten in de steppen hun toevlucht bij de kozakken. Wij stellen ons hen voor op paarden, maar die hadden zij toen nog niet – zij vochten te voet maar vechten konden ze. Zij hebben zich als zelfstandige staat weten te handhaven in het oostelijke deel van het huidige Oekraïne totdat Catharina de Grote aan het eind van de 18e eeuw hun gebied inlijfde bij het Russische Rijk. Gedurende de negentiende-eeuws bestond de Oekraïense natie alleen verder in de hoofden en harten van dichters, geschiedschrijvers en filosofen 4. Slechts tussen 1918-1920, na de eerste Wereldoorlog konden Oekraïners onder leiding van Skoropadsky een onafhankelijke staat vormen, maar ook die werd snel opgeslokt door ditmaal de Sovjet-Unie. Aanvankelijk liet de Sovjet-Unie de teugels vrij aan het Oekraïense nationalisme, omdat men erop hoopte dat dat zou helpen bij de acceptatie van het communisme. Dat was een keuze voor endogene ontwikkeling die zou moeten leiden tot integratie in het nieuwe communistische Rijk.

Het Pools-Litouwse gemenebest, dan het Habsburgse rijk, dan Rusland, dan de Sovjet-Unie, zo ging de Oekraïense boerenbevolking van hand tot hand, steeds onderworpen aan hogere machten. In 1990 heeft de Oekraïne zich onafhankelijk verklaard, als eerste van de sovjetrepublieken, waarop de anderen spoedig volgden. Daarmee heeft op dat moment Oekraïne de toon gezet, want met het verlaten van de USSR door Oekraïne was ook voor de andere republieken het lot van de Sovjet-Unie bezegeld. Opnieuw is hier sprake van een parallel met de Nederlandse natie. Ook de Nederlandse bevolking (om maar even liever nog niet van volk te spreken) is tot de tachtigjarige oorlog in 1568 begon, meer object dan subject van de geschiedenis geweest. De Nederlanden hoorden gewoon bij het Duitse Rijk. In 1533 stelde Karel V zijn zoon Philips aan als regent over Nederland. Zo kwam Nederland onder de controle en zeggenschap van het Spaanse rijk waar Philips als koning Filips II het gezag over voerde, ook toen hij op de Spaanse troon zat. Wanneer je als land ten geschenke gegeven wordt aan een ander land, kun je op enig moment op de gedachte komen ook het omgekeerde te doen. Je kunt immers ook zelf om je heen kijken of je niet een andere gezagvoerder kunt vinden. In 1581 met het “Plakkaat van Verlatinghe” hebben de Staten Generaal van Nederland (het parlement) de zeggenschap van Spanje afgezworen. Het is niet dat men geen hoger gezag accepteerde, men kon er zelfs niet buiten. Men vond dat men niet anders kon. In het Nederlandse volkslied worden de Nederlanders nog opgevoerd als trouwe dienaren van het Spaanse rijk, dat men “altijd geëerd” heeft. Zo nam Nederland bescheiden en beslist afstand van Filips II. Men wist dat het eigenlijk niet mogelijk was om als afzonderlijke staat te overleven. Twee jaar lang heeft Nederland gezocht naar andere mogendheden en zich eerst aangeboden aan de Franse koning, die weigerde, en vervolgens heeft men het twee jaar geprobeerd met Leicester als vertegenwoordiger van de Engelse regering. Zo moet nu ook Oekraïne – dat is de parallel die ik bedoel – onderdak zoeken bij een andere mogendheid, om te kunnen overleven, en daartoe is de Europese Unie de oplossing.

Europa en Eurazië

Er is reden om met Snyder de Europese staten enigszins hoogmoedig te vinden, tenminste de Europese “groot”-machten 5. Zij gedragen zich als wijze oude mannen die goed overdachte criteria toepassen van goed bestuur, democratie, rechtsstaat, non-corruptie en zo andere staten wegen of ze mee mogen doen. Maar dezelfde Europese staten zijn vroeger imperia geweest. Zij hebben zich als grootmachten in de wereld kunnen handhaven dankzij hun koloniën. De eenheid van Europa kwam volgens Snyder pas in het vizier toen de koloniën wegvielen. Toen moesten zij hun toevlucht zoeken tot het ene Europa, als vervangende grootmacht. Op die visie van Snyder is weliswaar wat af te dingen. Want dezelfde Europese grootmachten hebben elkaar, imperia of niet, twee maal op leven en dood bestreden en de morele noodzaak om dat niet nog voor een derde keer te doen moest institutioneel bezegeld en gegarandeerd worden. Daaraan dankt de Europese Unie haar geboorte-uur. Want alleen de onderlinge politieke en economische verwevenheid kon daartoe voldoende garantie bieden. Niettemin is zijn visie een goede herinnering aan de noodzaak van een grotere samenhang die Europa moet bieden, zeker aan de beginnende staten in Europa. Bovendien is het waar dat de Europese nationale staten te weinig oog hebben voor hun onderlinge afhankelijkheid. Zij kunnen zich zonder elkaar niet handhaven maar doen tegelijkertijd alsof – zo Snyder – je de Europese Unie binnen kunt gaan en er ook zo weer uit gaan. Poetin stelt tegenover dit onsamenhangende pluralisme Eurazië. De Russische cultuur is nog jong en veelbelovend, het Westen, na zijn 2000-jarige geschiedenis, is oud en decadent. Russische nationalistische denkers zoals Iljin en Dugin zetten de toon in dit hiërarchische en imperialistische denken. In zijn ideale vorm omvat volgens Iljin Eurazië ook Europa. Dat is een veel betere garantie voor de toekomst van Europa. Een patronagesysteem met Rusland in het centrum houdt dan alles op zijn plek. Hier staat de collectivistische mens van Rusland tegenover het westerse eenzame individu dat geen houvast heeft.

Het loont de moeite nog iets langer naar Snyder te luisteren als het om de verhouding van Rusland tot het Westen gaat. Zowel het Westen als Rusland hebben zich schuldig gemaakt aan de politiek van de onvermijdelijkheid zoals Snyder dat noemt. Onvermijdelijkheid betekent: er is geen alternatief voor het economisch beleid zoals onder andere door Europa gevoerd. Een groter verhaal met betrekking tot waarom en waartoe van het bestaan is ook niet nodig. Een ideologie-vrij pragmatisme kan alle problemen oplossen en alle mensen in hun behoeften voorzien. Merkel in Duitsland en Rutte in Nederland zijn wel de belichaming van die benadering. Eigenlijk hoeven dan de mensen alleen maar mee te bewegen met wat Rosenstock-Huessy de businesscycle noemt: alle beleid en economische inspanning is erop gericht een voldoende hoge levensstandaard voor de consument te handhaven. Rutte heeft eens gezegd dat grotere maatschappelijke visies zijn als olifanten die slechts het zicht belemmeren. Dat valt onder wat Snyder de politiek van onvermijdelijkheid noemt. Je moet mee bewegen en je voordeel zoeken en liefst alles zo inrichten dat ieders behoeften bediend worden. Een groter verhaal is niet nodig. Dat is alleen maar een olifant. Rosenstock-Huessy maakt hetzelfde verwijt dat Snyder maakt aan het Westen en aan Rusland, al aan de Amerikanen in 1942. Zij zien de Tweede Wereldoorlog zich afspelen op een afstand in Europa en nemen die niet serieus. Liever bewegen ze met de stroom mee, om de levenstandaard overeind te houden, maar daarmee ontlopen ze de historische opdracht waartoe ze zich moeten verheffen. Zij moeten ingrijpen in dit conflict, daartoe probeert hij hen op te roepen 6.

Snyder maakt het verwijt van onvermijdelijkheidpolitiek ook aan Rusland. Tot aan 2012 kon Poetin meegaan met de westerse benadering, de onvermijdelijkheidspolitiek die welvaart brengt. Toen dreigde hij de verkiezingen te verliezen en heel snel ging hij over tot een vijandig verhaal naar het Westen, naar Russisch nationalisme en wij-zij denken. Voor de politiek van de “onvermijdelijkheid” kwam nu de politiek van de “eeuwigheid” in de plaats. Daarmee bedoelt Snyder de heroïsche grootheid van het Russische volk, de vijandschap jegens westerse decadentie, en de tragiek van het wij-gevoel, dat de schuld van alle problemen steeds bij een ander legt. Snyder schrijft zijn boek in 2018. Hij spreekt de angst uit dat zich zoiets ook in het Westen, in Amerika bijvoorbeeld, ook zou kunnen voordoen. Want zijns inziens leidt er een automatische weg van de politiek van de onvermijdelijkheid naar de politiek van de eeuwigheid. Vandaar ook de ondertitel van zijn boek “de weg naar onvrijheid”. Ik noem het omdat opnieuw ook hier zijn betoog parallel loopt met Rosenstock-Huessy. In de jaren 20 schrijft deze over het opkomende nazisme in Duitsland. Mensen die klein gehouden worden in hun bestaan – en Rosenstock-Huessy wijst vooral op de mechanisering van de arbeid in de industrie en de verkorting van het tijdsperspectief tot het dagelijks bestaan die dat oplevert – zoeken compensatie in almachtfantasieën. Gereduceerd tot nummers in de industriële machinerie vluchtten zij in het wij-gevoel van de arbeidersklasse in het socialisme of in het wij-gevoel van de nationale grootheid in het nazisme 7.

Getal of voltallig

Hoe kon dat zo gebeuren? Vanwaar deze weg van onvermijdelijkheid naar eeuwigheid? Dat is het probleem en de vraag waaromheen Rosenstock-Huessy zijn Soziologie geschreven heeft. Wanneer men alleen de businesscycle volgt en geen hogere opdracht kent, wordt men vanzelf tot een nummer in de maatschappelijke machinerie. Men heeft geen verhaal meer, geen waarom en waartoe. Hetzij men is een nummer in het maatschappelijk bestaan en in de industriële productie, hetzij men is voluit een mens met een afkomst en een bestemming en eerst dan wordt men ook “voltallig”. Daarom vertelt de Soziologie van Rosenstock-Huessy het verhaal, de opdracht, de verworven eigenschappen, van alle geologische lagen van de menselijke geschiedenis 8.

Sedert de Franse Revolutie en de opkomst van de nationale staat is ook de industriële productie op gang gekomen. Die twee zijn met elkaar verweven. De agrarische staat met hooguit huisproductie, waarbij steeds het werk lokaal is, wordt vervangen door grote samenwerkingsverbanden die aan de mens zijn inbedding in familie en dorp ontnemen. Voor een industriële staat is schaalvergroting en onderling vertrouwen ter wille van onderlinge samenwerking nodig, terwijl dat voor een agrarische staat, waar de productie lokaal is, minder het geval is. Ook voor Hrytsak, die in zijn boek meer aandacht heeft dan de eerder genoemde Plokhy voor de internationale inbedding van de Oekraïense geschiedenis en de verwevenheid daarvan met de geschiedenis van het Westen, reeds vanaf de 16e eeuw, is dat een belangrijk element van in het verhaal van Oekraïne 9. Stap voor stap gaat Oekraïne over van een agrarische staat naar een industriële staat. De Oekraïense boeren hebben de ontworteling van de eerste Wereldoorlog meegemaakt, de Holodomor van 1932-1934 onder het stalinisme, de convulsies van de Tweede Wereldoorlog, de heimelijke groei van de Oekraïense zelfstandigheid onder het Sovjet communisme 10. Shelest heeft als secretaris-generaal van de communistische Partij van Oekraïne veel gedaan om de verschillende stromingen bij elkaar te brengen: hij heeft de socialistische weg verbonden met Oekraïens patriottisme en met aandacht voor de Oekraïense cultuur. In 1972 ging hij daarin voor Moskou te ver en werd hij naar Moskou geroepen 11. Pas na de Tweede Wereldoorlog is een generatie opgegroeid die boven zijn lokale etnische samenhangen uit kon denken. Industriële ontwikkeling heeft een civiele maatschappij nodig, zo stelt Hrytsak. Centralisatie van materiële productie gaat weliswaar goed, maar centralisatie is een sta-in-de-weg in de creatieve economie 12. Ik heb hetzelfde wel eens beweerd over Afrikaanse landen: de etnische verschillen en het wantrouwen onderling, gecombineerd met de patronagenetwerken die in Afrikaanse landen veelal nog steeds langs stammenlijnen lopen, staan samenwerking, wederzijds vertrouwen en daarom economische ontwikkeling in de weg 13. Grootschalige productie is nu eenmaal niet mogelijk zonder schaalvergroting. Met name dat deel van Oekraïne dat onder het Habsburgse Rijk en onder Polen heeft gevallen, Galicië, heeft meer ervaring met een burgerlijke samenleving. Rusland moest steeds zijn capabele mensen uit het Westen betrekken en zo had Rusland Oekraïne nodig ter wille van zijn eigen ontwikkeling 14. Maar tegelijkertijd hebben de partij-officials ook steeds de Oekraïners in het staatsapparaat gewantrouwd 15. Werd op een bepaald moment de eigen Oekraïense cultuur erkend (na 1924 bijvoorbeeld), dan had dat tot doel om te bereiken dat de communistische ideologie zo gemakkelijker aanvaard kon worden. Maar later, toen de Oekraïense boeren de collectivisatie van de landbouw in kolchozen weigerden is deze tolerante houding teruggedraaid. Stalin heeft deze weigering keihard afgestraft met de georganiseerde hongersnood, de Holodomor van 1932-1934, die in totaal 4 miljoen slachtoffers heeft gekost 16. Deze haat liefde verhouding van Rusland met Oekraïne is steeds terug te vinden in de Oekraïense geschiedenis, ook na de Tweede Wereldoorlog. De handelsoorlog van juli 2013 tegen Oekraïne en de druk vanuit Rusland op Janukovitch om het verdrag met Europa niet te ratificeren zijn daar voorbeelden van. Toen Janukovitch een week voor de officiële ondertekening de ondertekening afblies leidde dat tot de Maidan demonstraties in 2013/2014. Plokhy wijst erop dat Rusland zonder de Oekraïne tot een minderheid wordt te midden van een islamitische meerderheid in bevolkingsaantallen in de Russische Federatie. Zonder Oekraïne verliezen deze landen hun vertrouwen in de toekomst van de Russische federatie.

Het karakter van de Oekraïense natie

In Oekraïne is door heel de geschiedenis heen veel onderlinge strijd geweest, tussen oost-Oekraïners die meer op de Sovjet-Unie georiënteerd waren en West Oekraïners die meer van de erfenis van Habsburg meegekregen hadden, tussen Polen en Oekraïners, Hongaren en Oekraïners, tussen joden en Oekraïners, ook dat steeds opnieuw. Veelal hadden de Joden een positie als manager voor de afwezige grootgrondbezitters en dat riep de nodige problemen op. Op allerlei manieren is steeds opnieuw de poging ondernomen om de Oekraïense nationaliteit ook institutionele vorm te geven in een Oekraïens staatsverband. Andere nationaliteiten slaagden daar beter in en wisten daarmee ook hun belangen vaak beter te behartigen. Wanneer men alle bloedige conflicten en confrontaties ook tussen de Oekraïense bevolkingsgroepen in gedachten heeft kan men zich wel afvragen hoe het niettemin mogelijk is gebleken dat sinds 1990, dus reeds meer dan 30 jaar, deze verschillende groepen in een staatsverband met elkaar samenwerken? Hrytsak wijst erop dat de verschillende groepen allemaal ruimschoots vertegenwoordigd waren in de kampen in de Goelag onder Stalin 17. Onderworpen aan hetzelfde miserabele lot werden er onderling gesprekken gevoerd, werden daarmee de confrontaties uitgezuiverd en wonden benoemd en geheeld. Die generatie heeft de basis gelegd voor een andere toekomst en het mogelijk gemaakt dat later een nieuwe generatie politici, destijds onder leiding van Kravtchuk, elkaar gevonden heeft in de overtuiging dat men deze geschiedenis achter zich moest laten 18. Bovendien had een nieuwe generatie jongeren zich een goede opleiding verworven en zag kansen om zich na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verder te ontplooien. Hrytsak, nogmaals, wijst erop dat louter industriële productie in een strak hiërarchisch verband wel kan functioneren, maar dat de creatieve economie aangewezen is op vrijheid van expressie en open uitwisseling van meningen en ideeën. Dat alles zijn verklaringen voor de inzet van de Oekraïners en de overtuiging waarmee ze in het conflict met Rusland voor zichzelf opkomen. Het verklaart niet voldoende het elan van deze inzet. Rosenstock-Huessy benoemt bij elk van de Europese revoluties een specifiek drukpunt dat deze revolutie onafwendbaar maakt. Zo noemt hij voor de Russische Revolutie de vrijlating van de horigen in 1861. Zij werden namelijk wel vrijgelaten maar kregen geen land en hadden daarom, nu zonder de patronage van de hereboeren, geen economische toekomst. Voor de Italiaanse stedenrevolutie noemt hij de verwoesting van Milaan door Barbarossa. Voor de Oekraïne kan men wijzen op de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, waarin de Oekraïners speelbal en slagveld waren, maar meer nog op de grote hongersnood, de Holodomor van 32 - 34. Oekraïne is tegelijkertijd het meest ontwikkelde en het meeste gekoeieneerde deel van de Sovjet-Unie geweest. Tsjernobyl was voor de Oekraïners een wake-up call. Men was het eerste slachtoffer van de melt-down van deze kerncentrale maar men had er niets over te zeggen en was volkomen afhankelijk van de maatregelen, of het ontbreken daarvan, van Moskou.

Rosenstock-Huessy noemt in zijn boek uit 1931/1951 zes grote revoluties die Europa gevormd hebben 19. Hij noemt het conflict tussen de paus en de Duitse keizer, de stedelijke beweging en gildenbeweging in Italië en later ook in de rest van Europa, de Duitse Reformatie, de Engelse Parlementsrevolutie, de Franse Revolutie en de Russische Revolutie. Zij allen zijn ingrijpend geweest omdat zij een nieuwe rechtsorde teweeggebracht hebben, een nieuw menstype en een nieuwe taal, en hun invloed in heel Europa hebben doen gelden. Er zijn vele andere revoluties geweest die eigenlijk niet alle drie die kenmerken vertonen, hetzij omdat zij tussen twee grote revoluties in zitten (zoals Nederland tussen de Duitse Reformatie en het Engelse parlementarisme), hetzij omdat zij feitelijk niet origineel zijn, maar de revolutionaire verworvenheden van andere volken beërven. Hoe moet men nu Oekraïne plaatsen in dit spectrum?

In eerste instantie is men geneigd te denken aan de Franse Revolutie omdat eindelijk de Oekraïense bevolking zijn eigen nationale staat claimt. Zulks is zeker het geval, maar de Franse Revolutie claimde ook dat zij de mensen opnieuw een redelijk en natuurlijk bestaan gaf, en dat betekende voor de Fransen met een zekere vanzelfsprekendheid: een taal, een hoofdstad waar alles omheen draait en natuurlijke grenzen. Dat geldt voor Oekraïne niet, want het bijzondere van de Oekraïense natie is juist dat zij vele bevolkingsgroepen herbergt. Daarnaast heeft Oekraïne, net als Polen en Litouwen en Hongarije, iets gemeenschappelijk met de Engelse revolutie. Net als in Engeland had in het Poolse en Litouwse parlement en in de Hongaarse samenleving de lagere adel het voor het zeggen en dat waren in deze landen de grootgrondbezitters. Om de centrale macht van de koning onder controle te houden hadden alle Poolse edelen in het parlement een vetorecht. Bij alle afhankelijkheid van de gewone Oekraïense boeren van deze grootgrondbezitters in de Pools-Litouwse periode was er toch parlementaire vertegenwoordiging en een vorm van wederzijdsheid. Onder de Russische overheersing ontbrak dat. Toen de kozakkenrepubliek zich onderwierp aan Rusland moesten de boeren een eed van trouw afleggen op de tsaar. Nu eisten zij van de vertegenwoordiger van de tsaar dat ook die namens de tsaar een eed aflegde. Hij weigerde. De tsaar legt geen eed af aan zijn onderdanen 20. Zeker draagt Oekraïne ook de erfenis van het Pools-Litouwse gemenebest met zich mee en de traditie van democratische vertegenwoordiging en wederzijdse verantwoordelijkheid. Rosenstock-Huessy beschrijft in zijn revolutieboek ook de erfenis van het Habsburgse keizerrijk van Oostenrijk-Hongarije. In Wenen heeft men de kunst verstaan om vele volken, talen en religieuze overtuigingen binnen een staatsverband samen te brengen en bij alle verdeeldheid de eenheid te bewaren. Deze eenheid en veelheid tegelijkertijd is de grote bijdrage van het Habsburgse keizerrijk aan de Europese statenwereld. Stellig kan men de Oekraïense revolutie ook vanuit dat gezichtspunt beschouwen. Zeker gedurende de laatste 30 jaar in het zelfstandige Oekraïne is de kunst van samenleven van veel bevolkingsgroepen beoefend en dat is op zich al een grote prestatie. Daarmee heeft overigens Oekraïne ook deel aan datgene wat Rosenstock-Huessy de eigenlijke revolutie van de twee wereldoorlogen noemt: meer dan door de Russische Revolutie nog zijn de wereldoorlogen van invloed geweest op ons huidige maatschappelijke bestel wereldwijd. Zij hebben ertoe geleid dat er niet meer een machtscentrum is dat de wereld naar zijn hand kan zetten. En dat betekent dat in de moderne wereldmaatschappij zowel in groot als in klein verband alleen de wederzijdse verantwoordelijkheid, hoe moeilijk ook, een weg naar de toekomst biedt. Eigenlijk kan alleen gesprek en wederzijds verstaan blijvende oplossingen brengen. Na de Tweede Wereldoorlog moet dat gesprek plaatselijk en internationaal intensiever gevoerd worden om oorlog te vermijden. Nu heeft elke revolutie zijn specifieke verworvenheden. De verworvenheid die we wereldwijd met vallen en opstaan aan het inoefenen zijn in de nasleep van de wereldoorlogen, is: praten en luisteren met elkaar om, veranderd aan elkaar, een weg naar de toekomst te vinden met respect voor de bijdrage van de ander. Het gedeeld verzet tegen de harde hiërarchie van Rusland duwt de verschillende groepen die in Oekraïne met elkaar samenleven verder in deze richting. Zij moeten elkaar vinden, anders lukt het niet. In die zin loopt Oekraïne in Europa voorop: met elkaar spreken en luisteren als middel om de belangenstrijd te overwinnen. Rosenstock-Huessy heeft Oostenrijk ook wel de dochterlijke gestalte van Europa genoemd: zij ontvangt en zegt dankjewel tegen alle voorgaande verworvenheden en zij neemt die mee de toekomst in. Misschien kunnen we dat ook van Oekraïne zeggen. Als het spreken met elkaar van de vertegenwoordigers van de verschillende groepen in Oekraïne in de Goelag onder Stalin daartoe de basis heeft gelegd is de nationale staat van Oekraïne daarvan de vrucht.

Referenties

Deze tekst in het Engels of het Duits

  1. Plokhy, S., 2015. The Gates of Europe; a History of Ukraine, Basic Books, New York, 318. Amerikaanse commentatoren noemden dit zijn “Chicken Kyjiv speech”. 

  2. Hryzak, Y., 2023. Ukraine - The Forging of a Nation, Sphere, London. 

  3. Plokhy 247. 

  4. Androechoveych, J., 2022., De Oekraïense cultuur en literatuur, in Oekraïne - Geschiedenissen en Verhalen, ISVW Publishers, Leusden, 57 - 81. 

  5. Snyder, T., 1918. The road to unfreedom, Russia, Europe, America, Crown, Tim Duggan Books. 

  6. Rosenstock-Huessy, E., 1940. Die Atlantische Revolution, ongepubliceerd artikel, https://www.erhfund.org/ 

  7. Rosenstock-Huessy, E. 1924. Vom Industrierecht, Rechtssystematische Fragen, Sack, Berlin, Breslau, 38. 

  8. Rosenstock-Huessy, E., 1956, 1958. Soziologie I, II, Stuttgart, Kohlhammer. 

  9. Hrytsak wijst ook op de samenhang tussen de ontdekking van Amerika en de ontwikkeling van Oekraïne. Nadat Columbus in 1492 Amerika had ontdekt en toen vervolgens de Spanjaarden het continent veroverden, daalde de zilverprijs in Europa enorm. Daardoor werd het voor de Oekraïense boeren lucratief om graan te gaan verbouwen voor de Europese markt, Hrytsak 92 e.v. 

  10. Khrushchev en Brezjnev kwamen allebei uit het Oekraïense partij-apparaat voort en brachten hun patronagenetwerk uit Oekraïne mee naar het Kremlin, maar dat zelfde patronagenetwerk hielp steeds stilletjes ook de Oekraïense zaak verder – zo Plokhy 297. 

  11. Plokhy 304. 

  12. Hrytsak, 323. 

  13. Kroesen, J. Otto, Darson, R., Ndegwah J. David, 2020. Cross-cultural Entrepreneurship and Social Transformation: Innovative Capacity in the Global South, Lambert, Saarbrücken. 

  14. De dam in de Dnjepr bijvoorbeeld werd gebouwd met steun van een Amerikaanse ingenieur. De bouw duurde van 1927-1931. Stalin zei daarover in 1924: “The combination of Russian revolutionary sweep with American efficiency is the essence of Leninism in party and state activity”, Plokhy 247. 

  15. Ter vergelijking: De Nederlandse schrijver Louis Couperus schreef in 1901 boek met de titel De Stille Kracht. Daarmee bedoelde hij dat de Nederlandse machthebbers toen al konden voelen dat de Indonesiërs genoeg van hen hadden. De machtsverhoudingen waren er altijd nog, en ze werden ook wel gerespecteerd door de Indonesiërs, maar men voelde die stille kracht. Zo legt ook Plokhy nadruk op de onderstroom die in Oekraïne steeds aanwezig was, de onderstroom van een natie die vreemde overheersing van zich af wil schudden. De geschiedenis van de Oekraïense boeren is een geschiedenis van tweederangs burgerschap, waaraan ze zich proberen te ontworstelen. 

  16. Hrytsak 230. 

  17. Hrytsak 329, zie ook Hrytsak, Y., 2024, The third Ukraine: A case of civic nationalism, in Philosophy and Social Criticism, Vol. 50(4) 674–687). 

  18. Kravtchuk was in 1990 de meest populaire leider in Oekraïne, – hij slaagde er in de oppositiebeweging en de nationaal georiënteerde communisten in het parlement te verenigen, Plokhy 316. 

  19. Rosenstock-Huessy, E., 1989. Die Europäischen Revolutionen und der Charakter der Nationen, Moers, Brendow (Orig. 1931, bearbeitet 1951). 

  20. Hrytsak, 115.