Otto Kroesen: Mattheus en Lucas in tweespraak
Inleiding
Wat is de oorsprong van Jezus Christus? Alleen Lucas en Mattheus hebben geboorteverhalen. Marcus slaat dat over. Marcus begint met Johannes de Doper en de doop van Jezus en vervolgens, als Jezus uit het water komt wordt hij meteen door God geadopteerd, zoals naar Romeins gebruik de keizers hun gewenste opvolger adopteerden als zoon. De Geest daalt op hem neer als een duif en hij hoort een stem “jij bent mijn geliefde Zoon, in jou heb ik welbehagen” 1. Zoals de genealogie van de farao’s niet van groot belang is en van de Romeinse keizers evenmin – gezien deze adoptiepraktijk –, zo is er ook geen geboorteverhaal nodig om Jezus als Gods Zoon “op het schild heffen”. Dat is een heel andere benadering.
Mattheus en Lucas kunnen zich daar niet zo van afmaken. Zij moeten allebei verantwoorden waarom met Jezus Christus een hele nieuwe periode in de geschiedenis aanbreekt. De genealogie is dus niet een gewone stamboom, maar legt verantwoording af van het waarom van deze nieuwe periode. Maar Mattheus en Lucas hebben deze geboorteverhalen ieder nodig op een andere manier. Zij zijn waarschijnlijk niet heel blij geweest met elkanders werk. Zij hebben een tegengestelde spits. Ze richten zich op een heel ander front.
Kenners van Rosenstock-Huessy weten dat de evangeliën, de geboorte en de gebeurtenis van de komst van Jezus Christus, voor hem een centrale rol spelen in zijn interpretatie van heel de maatschappijgeschiedenis vanaf de stammen tot op heden. Hier volg ik hem in zijn benadering. Daarbij beloof ik de lezer dat ik daar in de toekomst nog wel op terug kom. Je kunt als je theoloog bent (en een beetje ben ik dat nog wel) niet meegaan met de interpretatie van Rosenstock-Huessy zonder in te gaan op de geloofwaardigheid daarvan in het licht van de meer gebruikelijke bijbelinterpretaties.
Mattheus is de tollenaar Levi die volgens zijn eigen evangelie door Jezus geroepen werd tot discipel (Mattheus 9: 9-13). Hij is dus een van de twaalf. Volgens de overlevering heeft hij zijn evangelie geschreven in het Aramees, misschien zelfs het Hebreeuws. Later is dat vertaald. Volgens Rosenstock-Huessy heeft hij het evangelie geschreven tijdens de vervolgingen van de christelijke gemeenten, na de steniging van Stefanus. Velen zijn toen gevlucht richting Syrië, Damascus, Galilea en die streken. Paulus heeft de gemeente vervolgd tot Damascus toe. Mattheus heeft dus ook deelgenomen in de eerste periode waarin de apostelen zich bezonnen op de interpretatie van het oude testament in het licht van verkondiging, kruisiging en opstanding van Jezus Christus. Zijn houding is volgens Rosenstock-Huessy één van protest: de rechtvaardige is door de joodse leiders verworpen. Dat maakt hen hypocriet. Zij hebben in naam der wet de bij uitstek rechtvaardige om het leven gebracht. Bovendien, als tollenaar weet Mattheus ook uit eigen ervaring wat het betekent om eruit te liggen.
Lucas is als Griekse arts toegetreden tot de gemeente in Jeruzalem, en is later met Paulus en Barnabas naar Antiochië gereisd en heeft vandaar steeds Paulus op zijn zendingsreizen vergezeld, tot aan zijn verblijf in Rome toe. Lucas denkt in generaties. Hij schrijft zijn evangelie aan Theofilus, de generatie weer na hem. En hij schrijft ook de Handelingen der Apostelen, over de eerste generatie volgelingen en over Paulus die eigenlijk al bij de tweede generatie hoort. Hij heeft in zijn interpretatie de Griekssprekende nieuw gewonnen gelovigen als lezers op het oog, maar evenzeer de joden op het oog, omdat de joodse inspiratie, nu bevrijd uit het wetticisme van Jeruzalem, in het hele Romeinse Rijk een nieuwe christelijke gemeenschap sticht die een alternatief is voor de joodse opstand en voor het Romeinse Rijk beide. Zoveel over deze achtergrond.
Vaak heb ik gemerkt dat ook meelevende kerkleden die de bijbelverhalen kennen geen idee hebben van de verdeling van de thema’s van de geboorteverhalen tussen Lucas en Mattheus. Of de herders nu bij Lucas horen of bij Mattheus, de meeste mensen hebben er geen idee van en het maakt hen ook niet uit. Daarom hier ook nog even het volgende overzicht:
Mattheus | Lucas |
---|---|
|
|
Wij stellen ons voor dat Mattheus en Lucas over hun verschillende benadering in correspondentie geweest zijn. In die verbeelding hebben ze mogelijk de volgende tweespraak gehad. Zij hebben natuurlijk brieven over en weer geschreven, dat begrijpt de lezer wel. Stel je voor dat die in mijn bezit gekomen zijn en dat ik de belangrijkste passages er hier even uit licht.
Tweespraak
Lucas: In de gemeenten die Paulus en ik gesticht hebben in Klein Azië, Griekenland enzovoort, ook bij de gemeente in Rome kunnen de mensen niks met jouw evangelie. Ik moet natuurlijk niet overdrijven. We beredderen ons ermee, want het is het enige dat we hebben. Zondag aan zondag lezen wij eruit, zoals jij dat bedoeld had, parallel aan de lezingen volgens het rooster van de synagoge. Vanuit de synagoge komend krijgen de gemeenteleden dan nog een christelijk commentaar bij de oudtestamentische tekst. Dat heb je trouwens knap bedacht! Je leest je geslachtregister in hoofdstuk 1 van jouw evangelie parallel met de verhalen over Abraham en Sara uit Genesis die geen kinderen konden krijgen. Zo kun jij beginnen met het geslachtregister van Abraham tot aan Jezus Christus. Het verhaal van de wijzen lees je parallel met het verhaal van Jacob en Ezau die elkaar weer ontmoeten als Jacob van Laban terugkeert. En zoals Jacob na de ontmoeting met Ezau moest vluchten, zo moeten ook de wijzen op de terugweg Koning Herodes ontwijken. Heel mooi omdat zo af te stemmen op het rooster dat in de synagoge gebruikt werd! En toch, er zit in die verhalen allerlei waar wij in Rome niet mee aan kunnen komen. Maar laat ik hiermee beginnen: waarom heb je dit überhaupt gedaan – de geboorteverhalen schrijven? Wat weet jij ervan wat er in Jezus’ kindertijd gebeurd is? Je bent er toch pas bij geroepen toen je als tollenaar door Jezus tot discipel gemaakt werd? Waarom dan zo?
Mattheus: Kan ik er niks van weten? Probeer nu eens te denken als een rabbijn. Dan ga je mij misschien ook begrijpen. De rabbijnen weten bijvoorbeeld van welke boom Eva in het paradijs heeft gegeten. Dat staat niet in de Bijbel. Toch weten ze het. Het was een vijgenboom. Een vijgenboom heeft veel blad, en Adam en Eva bedekten zich ook met vijgenbladeren uit schaamte, toen God hen riep. Een vijgenboom kan bedrieglijk zijn. Die kan heel veel bladeren hebben en dan denk je dat er ook vruchten aan zullen zitten. En dan kijk je onder de bladeren en daar zit dan niks. Daarom. Begrijp je? Nu, om dezelfde reden is het met het kind Jezus ook precies zo gegaan als ik verteld heb. Israël is op dood spoor. Dat is vaker gebeurd. Dat laat ik ook zien in die perioden van driemaal veertien namen. Telkens moet God een nieuw begin maken. Telkens is er een nieuwe inspiratie nodig. De zoon van David wordt geboren in Bethlehem. De heidense koning Herodes, die van Edomitische komaf is, wil hem doden. Je weet dat bij ons rabbijnen (ik weet niet of ik er zelf ook een ben inmiddels) Edom gelijkgesteld wordt aan het Romeinse Rijk. Jozef en Maria moeten naar Egypte vluchtten, want dat heeft Jozef in een droom gezien – dat was met een eerdere Jozef ook al zo. Hij droomde en voorzag dat zijn broers moesten buigen voor zijn ster 2. Zo moeten ook de koningen van overal vandaan buigen voor het Christuskind in de stal. Zie je? Dat is allemaal voorzegd, in de Schrift. Hoe kan ik daar niks van weten? Dat is de echte oorsprong van Jezus.
Lucas: Dat is mooi, maar je zet het te sterk aan. Je zegt ook dat met Herodes heel Jeruzalem geschokt was toen de wijzen de nieuwe koning kwamen zoeken. Je stelt dus het Koninkrijk van Israël onder Herodes voor als een Egyptische dictatuur, gesteund door de bevolking van Jeruzalem 3. Jozef moest met zijn gezin naar Egypte vluchtten omdat het daar beter was. Wel, zo kan ik er niet mee verder. Begrijp je niet waarom? Het levert alleen maar ruzie op met de joden. Je zoekt te veel de oppositie. En de christenen uit de heidenen hebben helemaal niets aan die kritiek op Israël, want die worden betrokken in een conflict dat niet het hunne is.
Mattheus: Hoezo een conflict waar zij geen deel aan hebben? Herodes en de magiërs en de ster – dat is toch ook allemaal mythologie van Egypte, en die is overgenomen door de Romeinse keizers, zoals je wel weet. Ook zij gehoorzamen aan het ritme van de sterren, de landbouwkalender, en de magiërs kunnen voorspellingen doen aan de hand van de stand van de sterren, zoals in Egypte de stijging van de Nijl konden voorspellen. Ook de hiërarchische heerschappij van de Romeinen krijgt zo een religieuze glans. En Herodes komt uit Edom voort, wat staat voor het Romeinse Rijk in de opvatting van de rabbijnen, dat alles moet toch ook de christenen uit de heidenen aanspreken?
Lucas: Inderdaad, dat onderdeel wel. Daar moet ik over nadenken. Want Herodes kennen ze natuurlijk niet. Misschien moet ik iets met de keizer doen. – Je merkt dat ik er over denk zelf jouw werk op te pakken en over te doen en een evangelie te schrijven. Want wij maken weliswaar gebruik van jouw evangelie in onze diensten, maar ik moet er te veel bij uitleggen en alles net even in een ander perspectief zetten vanwege de andere context. Dus moet ik misschien iets zeggen over de Romeinse keizer en de volkstelling onder Quirinius. Die was weliswaar pas tien jaar later, maar je begrijpt wel, vanwege de symboliek. De keizer spreekt en je hebt maar te gaan.
Mattheus: Maar Herodes is een essentieel onderdeel van het verhaal. Hij staat voor het compromis van de joodse leiders met de Romeinse macht. Dat leidt tot de kindermoord van de kinderen in Bethlehem. En inderdaad, daarbij moet je denken aan de kindermoord in Egypte, de opdracht van de farao om alle pasgeboren kinderen in de Nijl te werpen, toen het volk Israël in Egypte was. Inderdaad, zo gaat het nu ook in Israël dankzij dit compromis met de Romeinse macht. Daarom was ik wel blij dat Jozef de naam is van de vader van Jezus, daar kon ik goed gebruik van maken. Jozef droomt allerlei in het oudtestamentische verhaal. ook onze Jozef krijgt dromen. De magiërs, dat waren de voorspellers van gebeurtenissen uit de stand van de sterren. Ook hier een parallel met Jozef: Hier komt de echte ster. Die ster gaat voor de magiërs uit zoals de wolkkolom voor het volk Israël uitgaat op zijn reis door de woestijn.
Lucas: Zo begrijp ik het beter, dank je. Maar neem nu het feit dat heel Jeruzalem met Herodes in shocktoestand is als de wijzen komen vragen waar de koning is geboren – nogmaals, daarmee jaag je toch de joden tegen je in het harnas? Weet je wel hoeveel moeite we ervoor hebben moeten doen om het er bij de apostelen in Jeruzalem door te krijgen dat de heidenen niet besneden hoeven te worden en niet jood hoeven te worden om toch mee te doen. De Joden uit Jeruzalem zitten nog steeds achter ons aan, omdat ze vinden dat dat eigenlijk wel moet. Je hebt het in jouw evangelie veel te veel op de spits gedreven door de joodse leiders met Egyptische farao’s gelijk te stellen!
Mattheus: Maar het was ook zo. Als jij toch ook zelf iets wil schrijven, schrijf dan eerst maar eens het verhaal op van de vervolgingen die plaatsvonden na de steniging van Stefanus. De situatie was zo dreigend dat alleen de apostelen maar in Jeruzalem achter durfden te blijven 4. Zij vonden dat zij in de tempel moesten blijven optreden om bezoekers voor de nieuwe zienswijze te winnen. Jouw eigen vriend Paulus, toen Saulus, heeft in de vervolgingen een grote rol gespeeld. Ik acht het een groot risico dat latere historici gaan twijfelen aan de ernst van deze vervolgingen. Ze zullen er niet veel van opgetekend vinden. Dus, schrijf daar maar eens wat over! De gewone gemeenteleden hebben moeten vluchten naar Galilea en Syrië. Christus is ons daarheen voorgegaan, zo heb ik in mijn evangelie gezegd, ter bemoediging! Vanzelfsprekend, want waar de druk is, daar is hij.
Lucas: In die tijd was dat zo, goed dat je me daaraan herinnert. Maar later hebben Paulus en ik en anderen ook heel veel heidenen binnengehaald en die moeten het ook kunnen begrijpen en die moet je niet lastig vallen met allerlei tegenstellingen die voor hen niet meer levend zijn. Bovendien moeten we het goed houden met de joden. Dat is niet alleen om strategische redenen, maar, aanknopend bij jouw geslachtregister en de rede van Stefanus: het gaat erom het ene tijdperk te vertalen naar het andere tijdperk. De inspiratie van Israël moet overgedragen worden naar de christenen uit de heidenen. Soms is dat een soort van spagaat. Ik zal in mijn versie van het verhaal aanknopen bij de aartsvaderen denk ik. Dat is de begintijd van Israël, vaak nog zonder de instelling van de besnijdenis, en met een Hebreeeënvolk van slaven en andere marginalen. Die aartsvaders waren toch herders? Tegenwoordig zijn herders niet zo geliefd. Ze zijn arm, stelen en laten hun schapen op het land van anderen lopen. Telkens vindt God bij het verlorene en verworpene een aanknopingspunt. Zij zijn legermacht van Engelen die de komst van de nieuwe koning begroeten. Mooi toch?!
Mattheus: Sorry, tot dat soort humor ben ik niet in staat. Bedenk wel: De rechtvaardige is eruit gegooid en tot zondebok gemaakt. De zoon van David is verworpen door de kinderen van Israël. Hij heeft de wet inhoud gegeven, en zonder hem zou de wet alleen maar een vormkwestie zijn, formalisme. Ik moet dus de wet in stelling brengen tegen deze geweldenaren, de ware wet, gezien vanuit het geloof in Christus. Daarom heb ik mij in mijn evangelie rabbijns gedragen: poëzie, ritme, spreuken, drievoudige opeenvolgingen om een punt te maken, allemaal afgekeken van de rabbijnen. Hier, in Jezus, dat wil ik maar zeggen, vindt heel die rabbijnse traditie zijn vervulling en incarnatie.
Lucas: Daar hebben we het weer, de wet. Je doet dat veel te strikt! Geen tittel of jota wil je van de wet afdoen 5. Jezus is er alleen voor de joden, de verloren kinderen van Israël, zo zeg je. Je bent teveel blijven steken in wat je bestrijdt. Je wilt met het kind ook het badwater redden. Intussen verdrink je daarmee het kind in het badwater.
Mattheus: Paulus heeft wel een punt. Hij gebruikt de geest van de wet tegen het formalisme van de wet. Het formalisme van de wet maakt dood en de Geest maakt levend. Maar gooit hij zo niet met het badwater op zijn beurt ook het kind weg? Ik moet nog zien wat voor een ongedisciplineerd zootje dat zal worden met die christenen uit de heidenen. Hoe dat ook zij, hier in Palestina is dat gewoon niet actueel. Israël begint bij Abraham. Ik heb er werk aan gedaan om verschillende periodes te laten zien in het geslachtregister, net als Stefanus in zijn beroemde rede: een fase voor het koningschap, een fase vanaf de koningen, en een derde fase na de ballingschap. Telkens leven we in een nieuwe dispensatie, in een nieuw tijdperk. Zo moeten we ook na Jezus de wet lezen door de ogen van de rechtvaardige die verworpen is. Ook dat is een nieuw tijdperk. Zo zie ik het.
Lucas: Die driemaal veertien generaties, dat is een goed begin. Dat laat zien dat een genealogie niet statisch is. Telkens in de loop van de tijd moet het anders, dat is goed zo. Weet je trouwens dat je er één vergeten bent en dat je laatste serie, van na de ballingschap, slechts dertien namen heeft? Kleinigheidje hoor. Maar serieus: je gaat niet ver genoeg terug. Zo ben je niet inclusief genoeg. Als ik wat schrijf, dan ga ik in mijn versie terug naar Adam. Ik heb iets in mijn hoofd met zes rijen van zeven geslachten. Dan begint de volgende rij van zeven bij Jezus. Bovendien is dan de cirkel rond: van Adam tot de nieuwe Adam. Dat is meer inclusief en dat laat ruimte voor een nieuwe en laatste rij van zeven die met Jezus Christus begint.
Mattheus: Tegen welke prijs doe je dat zo? Als je de wet en met name de besnijdenis laat vallen, dan verlies je de continuïteit. Als we de wet lezen met de Messiaanse blik van de gekruisigde rechtvaardige, dan is dat toch een enorme breuk, ook zo al? Bedenk dat de verstrooide volgelingen van Jezus Christus het na de moord op Stefanus zwaar hadden. Inmiddels zijn die vervolgingen wat tot rust gekomen en is er een levende gemeente in Jeruzalem. Tenslotte zijn de apostelen op alle grote feesten zelf in de tempel gebleven om daar de naam van Jezus te verkondigen. Maar wij moeten voorzichtig zijn. We kunnen ons niet veroorloven te soepel om te gaan met de wet.
Lucas: Ik moet continuïteit én vertaling laten zien. Daarom begin ik met de priester Zacharias in de tempel. Die krijgt de belofte van een nieuw begin, een zoon, die Johannes genoemd moet worden. Dat is de achtergrond van Johannes de Doper. Zacharias en Elisabeth zijn kinderloos, maar evenals Abraham en Sara krijgen zij de belofte van een kind. Zacharias verstomt en dat kun je ongeloof noemen, maar in het boek Daniël verstomt ook Daniel, omdat hij overdonderd is 6. Zacharias staat dus voor het verstarde Israël. Maria heeft Mirjam, de zus van Mozes, als achtergrond en Elisabeth heeft de vrouw van de priester Aaron als achtergrond. Dat klinkt allemaal mee. Dat is toch goed rabbijnse methode? Dat heb ik dan goed van jou afgekeken! De lofzang van Hannah in het boek Samuel staat op de achtergrond bij de lofzang van Maria. Er wordt een nieuw begin gemaakt. Hier spreekt het ware Israël. Het nieuwe Israël kan aanknopen bij oude voorbeelden van een dergelijk nieuw begin. En om het helemaal af te ronden voer ik twee oude mensen op, Simeon en de profetes Hanna. Zij verheugen zich in de vervulling van de aloude beloften aan Israël. Zij bevestigen de continuïteit.
Mattheus: Het is goed dat je opkomt voor continuïteit en dat ook laat zien. Maar je moet dan ook laten zien dat je het serieus meent met de wet! Nogmaals, niet alleen maakt de situatie waarin we zitten dat nodig, maar het is ook van waarde op zich. Ook de heidenen moeten daar in toetreden. Anders raken we het verband kwijt.
Lucas: Daar denk ik echt anders over. Maar ik zal het niet op de spits drijven. Ik wil inderdaad naast het evangelie nog de Handelingen van de Apostelen schrijven. Ook daarin wil ik continuïteit en vertaling laten zien. De apostelen, inclusief Jacobus de broer van Jezus, hebben ermee ingestemd dat voor de christenen uit de heidenen de wet niet zal gelden, met name de besnijdenis niet 7. Die ruimte is er dus gelukkig. Maar in mijn boek Handelingen der Apostelen, wil ik dat de orthodoxe joden zoals jij er een bent niet nog eens extra inwrijven. Ik zal het positiever maken en meer gebruik maken van de metafoor van dood en opstanding 8. Het punt waarop de geesten uiteen gaan is dan niet per se de wet, maar het geloof in de opstanding. Dat is de beheersende metafoor voor mij.
Mattheus: Ik wil er geen ruzie over maken. Ik ben meer van de lijn Jacobus. Hij heeft er wel mee ingestemd, dat de heidenen die tot geloof komen niet besneden hoeven te worden, maar vooral ook omdat hij geen ruzie wil maken. Nadrukkelijk heeft hij erbij gezegd dat er gelukkig overal nog synagogen zijn waar wel genoeg over Mozes gepreekt wordt 9. Dat geeft jou ruimte en misschien is dat nodig, maar ik vind het een benard avontuur. Je kunt de Geest wel laten gaan waaien, maar als mensen zich niet meer aan de regel en discipline van de wet houden waar eindigt dat?
Lucas: Het is een avontuur. Maar we moeten het aangaan. De heidenen hebben de macht van Christus onderkend, de gekruisigde rechtvaardigde, zoals jij dat zegt, en vormen een nieuwe gemeenschap en dat grijpt als een vuur om zich heen in heel het Romeinse Rijk. Mensen herkennen dat het Romeinse Rijk moreel leeg is. In de ecclesia vinden zij andere mensen, medestanders, die zich voor elkaar inzetten over de grenzen van de familie verbanden heen. Niet voor niets noemen we elkaar in de ecclesia broeders en zusters. Het is een alternatieve familie die alles met elkaar deelt en de zorg voor de vele weduwen en armen op zich neemt. Dat leidt tot positieve maar ook heel veel negatieve reacties. Er is ongelooflijk veel moed voor nodig om zo jezelf en je eigen belangen te overwinnen. Paulus zegt het overal ook nadrukkelijk: er komt nog een enorme verdrukking aan en we moeten het daarin volhouden. Want deze nieuwe gemeenschap heet niet voor niets ecclesia: volksvergadering. Overal is de volksvergadering door de Romeinen afgeschaft, in alle steden en dorpen. Die hebben niets meer te zeggen. Eigenlijk zeggen de mensen: Hier is het volk! Op den duur maakt dat een einde aan de Romeinse macht, daar kun je op wachten. Maar omdat dat al moeilijk genoeg is moet je niet iets vragen dat niet echt nodig is. En tegelijkertijd is het van levensbelang dat je in deze nieuwe gemeenschap ook de joden meekrijgt die het serieus menen met hun geloof. Want jouw Herodes zit nu in Rome. Je ziet al dat zich aftekent dat de enthousiaste bekeerlingen vervolgd zullen gaan worden. Ik moet eraan bijdragen dat zij standhouden. De enorme crisis waarover Paulus steeds spreekt komt dichterbij.
Mattheus: We zien allebei hoe we als nieuwe gemeenschap van christenen aan enorme spanningen blootstaan. Hoe handhaven we onder elkaar de eenheid? De situatie van Israël in Jeruzalem vraagt om een andere voorzichtigheid dan die die jij nodig hebt. Wij moeten het als gemeenschap in Palestina redden tegenover het formalistische wetticisme van de joodse leiders, die zich gecompromitteerd hebben met de Romeinse macht. Jij en Paulus en anderen hebben een beweging op gang gekregen, die op den duur de Romeinse macht van binnen uit kan uithollen. Hoe brengen we dat bij elkaar?
Lucas: Nogmaals, Paulus spreekt in zijn brieven al vaak over een enorme crisis die er aankomt. En die komt dichterbij. Je kunt voorzien, als je een beetje nuchter bent, dat de radicale zeloten en hun aanhang het compromis van de joodse leiders met de Romeinse macht aan stukken gaan slaan. Je kunt ook voorzien dat het Romeinse Rijk door zijn zelfverrijking en door de bevoorrechte positie van Rome zichzelf in een crisis gaat storten. Jij hebt die crisis en dat conflict met Rome in jouw evangelie ook voorzien. Je hebt zelf de ondergang van de tempel voorspeld. Maar jij veronderstelt nog dat het net als in de tijd van de Makkabeeën zal gaan om de plaatsing van de beeltenis van de keizer in de tempel 10. Ook daarmee kijk je terug naar een vorige crisis. Het zal echt niet zo gaan nu als toen. Als ik dat hoofdstuk van jouw overneem in mijn evangelie-versie dan zal ik ook daar iets aan veranderen. Ik zal zeggen, dat wanneer de mensen zien dat Jeruzalem door legertroepen omringd is dat ze dan kunnen uitrekenen dat dat het einde van de stad wordt 11. Dat lijkt mij actueler. Als dat gebeurt zal dat ook zijn weerslag hebben op de christenen in Rome. Zij zullen, wat de joden in Palestina ook allemaal precies gaan doen, ernstige vervolgingen ondergaan. Waar gaat dat heen? Dus ik moet wel. Ik moet mijn versie geven en zo gauw mogelijk het licht laten zien.
Mattheus: Je krijgt de groeten uit Syrië! Gelukkig zijn wij ver bij Jeruzalem vandaan. Ik weet zeker dat, mocht het zover komen, de christelijke gemeenten zich uit Jeruzalem zullen terugtrekken. Wij doen niet mee in de strijd tegen Rome. Het zijn donkere tijden. Houd jij op jouw manier vol.
Verantwoording
Al langere tijd verdiep ik mij in de onderlinge verhouding van de vier evangeliën. Vanzelfsprekend is dat ingegeven door de belangrijke plaats die de evangeliën in het werk van Rosenstock-Huessy innemen 12. Voor hem is Christus het keerpunt in de tijd, in de geschiedenis. Dat moet dan ook aan de evangeliën te merken zijn. Bovendien heeft hij enorme kritiek op de bijbelwetenschap van zijn tijd, omdat die niet onderkent dat de evangeliën deze wending in de geschiedenis beschrijven. Overigens onze tijd sleept deze verouderde bijbelwetenschap nog steeds met zich mee.
Deel van mijn motivatie om mij hierin te verdiepen is ook dat ik als predikant vaak moeite had goed uit de evangeliën te preken. Ik was bang voor de goedkope genade zoals Bonhoeffer dat noemt. Ik kon, zeker in het begin van mijn loopbaan, gemakkelijker uit de voeten met de oudtestamentische kritiek op onrechtvaardige verhoudingen, en het verlangen naar een toekomstige gerechtigheid en vrede. Dat de evangeliën en het nieuwe testament in het algemeen een stap verder gingen dan deze joodse spanning tussen begin en einde, dat wist ik ook toen al, maar ik kon het eigenlijk niet goed verwoorden, omdat ik het niet zo wilde verwoorden dat de spanning tussen begin en einde daardoor teniet gedaan werd. En dat zou gebeuren zodra liefde en genade gepreekt worden. Dus moet ik nog wat inhalen en dat doe ik door er aandacht voor te vragen dat Jezus Christus een weg opent tussen begin en einde, en weg van begin naar einde. Een keten van mislukte heiligen die zich helemaal gegeven hebben, een keten van tijdperken, een keten van probeersels die niet goed uit de verf komen, levert een aantal tussenstappen op. Deelname aan die weg kan weliswaar de spanning eruit halen (zulke kleine stapjes dat je niet meer vooruit komt), maar ook bewust maken dat de voleinding niet zonder jou bereikt wordt (Hebreeën 11). Dat is de christelijke weg.
De evangeliën deze christelijke weg zien doordat zij telkens een stuk van de oudheid overwinnen en toch ook weer inschakelen, voorschakelen zegt Rosenstock-Huessy, in de christelijke weg. Mattheus overwint het stamachtige van Israël, maar is ook op zoek naar een stam die geen zondebokken nodig heeft. Marcus overwint de hiërarchie van het rijk, maar maakt het ook mogelijk dat er een hiërarchie kan zijn die oog heeft voor de onderkant. Lucas vertaalt de inspiratie van Israël van het ene tijdperk naar het andere tijdperk en maakt een opeenvolging van tijdperken mogelijk die niettemin geen stilstand en herhaling is, juist als de inspiratie van Israël er de dragende grond van is. Johannes schrijft poëzie, maar het is geen willekeurige verbeelding, maar een poëzie die in de aan het kruis geheven Christus een zwaartepunt vindt waar zij omheen blijft cirkelen. Zo kunnen van oorsprong een heidense vormen ingeschakeld worden in de christelijke weg.
Wie aan de studie van de evangeliën wil deelnemen, bijvoorbeeld door te reageren op deze bijdrage, is welkom. We kunnen uitwisselen, misschien kunnen we er nog eens een Rosenstock-Huessy Tagung aan wijden, we kunnen elkaar opmerkzaam maken op publicaties. Rosenstock-Huessy volgt de kerkelijke traditie die stelt dat de evangeliën eigenlijk allemaal, met uitsluiting van dat van Johannes, voor het jaar zeventig, voor de val van Jeruzalem, geschreven zijn. Er zijn weinig exegeten die hem daarin volgen. Iemand die dat wel doet is Robinson (die overigens Rosenstock-Huessy niet kent) 13, die geschreven heeft over de datering van de nieuwtestamentische geschriften. Er zijn ook niet zoveel mensen die de twee bronnen theorie in twijfel trekken, volgens welke Marcus het eerste evangelie zou zijn en waarbij Lucas en Mattheus nog uit een verloren gegane tweede bron geput zouden hebben, een bron voornamelijk met woorden van Jezus. Marcus heeft weinig woorden en gelijkenissen. Farmer moet hier natuurlijk genoemd worden 14. In onze tijd ook Bauckham 15. Ook hij maakt er op opmerkzaam, en stemt daarin met Rosenstock-Huessy overeen, dat aan de evangeliën hun geloofwaardigheid ontnomen wordt door de aanname van bronnen op de achtergrond, waarvan het bewijs ontbreekt.
Deze tekst in het Duits
-
Marcus 1:11 ↩
-
Genesis 37:10 ↩
-
Mattheus 2:3 ↩
-
Handelingen 8:1. ↩
-
Mattheus 5:18 ↩
-
Daniel 10:15 ↩
-
Handelingen 15 ↩
-
Handelingen 23:6; 24:21 ↩
-
Handelingen 15:21 ↩
-
Mattheus 24:15 ↩
-
Lucas 21:20 ↩
-
Die Frucht der Lippen, in Rosenstock-Huessy, E 1963. Die Sprache des Menschengeschlechts, Bd. I en II, Verlag Lambert Schneider, Heidelberg, pp. 796-904. Raymond Huessy heeft ook een uitgave het licht doen zien met een uitvoerige introductie en met de verschillende versies van deze tekst, in The Fruit of Our Lips – The Transformation of God’s Word into the Speech of Mankind, Eugen Rosenstock-Huessy, Wipf & Stock, Eugene, Oregon, 2021. ↩
-
Robinson, John A.T., 2000. Redating the New Testament, Wipf & Stock, Eugene, Oregon, Original SCM Press, 1976. ↩
-
Farmer, William R., 1964. The Synoptic Problem – a critical review of the problem of the literary relationships between Matthew, Mark, and Luke”, McMillan, New York. ↩
-
Bauckham, Richard, 2006 Jesus and the Eyewitnesses – The Gospels as Eyewitness Testimony, Eerdmans, Grand Rapids, Michigan. ↩